hoe het allemaal begon

De kunst is er bij mij niet met de paplepel in gegoten, het is bij mij een traag lopend traject geweest. Vroeger werd ik door mijn ouders wel gestimuleerd als ik tekeningetjes aan het maken was. Mijn vader had een assurantiebedrijf en maakte voor zijn bedrijf reclame in de plaatselijke krant. Toen ik 15 was mocht ik de saaie advertenties voorzien van mijn tekeningen en ideeen. In de oude kranten kun je deze nog terug vinden. Ik kan me voorstellen dat mijn vader zich destijds afvroeg of het nou verstandig was deze amateuristische tekeningen met een zeker “Suske en Wiske-gehalte” in zijn advertenties te gebruiken maar voor zover ik me herinner kwamen er vooral leuke reacties van klanten en belangstellenden.






Op de HAVO in Elburg hadden we natuurlijk ook tekenles. Onze klas had les van Tom Bergstra en ik was denk ik nogal eens lastig. Ik zat vaker te klieren dan dat ik mijn best deed. Ik herinner me nog wel dat we in het derde jaar onze tas moesten naschilderen. Ik had al heel vlug een mooie impressie gemaakt van mijn pukkel. Ik was echt heel tevreden, maar de kwaliteit ervan kwam niet tot uiting in een mooi cijfer. Mijn klasgenootje Wim, naast mij, had met heel veel gepriegel zijn leren tas veel te netjes nageschilderd. Ik vond mijn werk veel artistieker maar hij kreeg een hoog cijfer. Ik gunde Wim uiteraard het hoge cijfer voor zijn harde werken, maar vanaf dat moment snapte ik niet veel meer van kunst en van smaak.
In de jaren daarna bleef ik graag tekenen maar hield de tijd me in bedwang. Ik heb veel later voor onze kinderen en een paar neefjes en nichtjes nog wel eens een geboortekaartje mogen tekenen maar verder zakte de creativiteit een beetje naar de achtergrond.



In 2003 overleed mijn schoonvader en in de erfenis zat een doos vol spullen van de kunstschilder Marinus Heijnes, de al in 1963 overleden grootvader van Charlotte. Daarbij kregen we ook een aantal van zijn schilderijen. Ik begreep niet waarom het werk van deze kunstschilder zo weinig waardering kreeg en ik ging me in zijn kunst verdiepen. Ik besloot in 2012 een boek over hem te schrijven en organiseerde sindsdien enkele tentoonstellingen met zijn werk. Hierdoor kreeg ik een klein beetje ervaring met het presenteren van kunst en het organiseren van tentoonstellingen. Ik maakte ook de website marinusheijnes.nl waar ik nog altijd druk mee kan zijn.

Na heel lang zelf weinig kunstzinnigs te hebben gedaan vroeg mijn dochter Natasha in 2011 of ik zin had eens mee te gaan naar haar schilderles. Zij volgde lessen aquarelleren bij kunstschilder Koos Baas. Eerst heb ik daar wat zitten tekenen en in 2012 ben ik begonnen aan mijn eerste olieverf. Ik heb veel van Koos geleerd. Het belangrijkste was toch: kijken. Hieronder wat oudere werken.








In de zomer van 2019 werd ik gebeld door Leen Bosman met de vraag of ik wilde meedoen aan Kunst in de Tuin. Tijdens de zomermarkt in ons dorp Nunspeet, lekker buiten schilderen met rondneuzende vakantiegangers. Ik heb geaarzeld: wie zat er nou te wachten op mijn geknoei? Maar Leen haalde me over. Wat ben ik daar nog altijd blij mee, want sindsdien ben ik me steeds zekerder gaan voelen als het over mijn schildervaardigheid gaat. Sindsdien maak ik ook een grote ontwikkeling door als kunstenaar.

In 2020 brak COVID uit en Koos, inmiddels 90 jaar oud, besloot te stoppen met de schilderlessen. In 2021 ontstond de gelegenheid tot het vormen van een schildersgroepje onder leiding van Sirat. We konden werken in een leeg winkelpand in Sterrenhof, (later Stationslaan) dat kunstkring Nunspeet mocht gebruiken als pop-up galerie. In 2023 zijn we als schildersgroepje verhuisd naar de bovenverdieping van het bedrijfspand van Jacqueline Mensink waar we nog steeds graag werken.
2 Responses to “hoe het allemaal begon”
Pieter
Mooi verhaal gert, ik krijg zo een kijk in een kunstenaarsziel. En ja is een zekere herkenning, maar dat vertel ik je nog wel.
Barbara van der Linde
Interessant om te lezen hoe het so gelopen is. Je maakt mooie dingen.